De radio
De eerste radios met transistoren worden hier besproken. Het duurde nog jaren vooraleer FM ontvangst mogelijk was met transistoren (daarom ook dat er nog radiotoestellen met buizen gefabriceerd werden in de jaren 1960). |
-
Transistor ontvangers met FM
De FM versterking gebeurt met een AF114 in een montage in gemeenschappelijke base, enkel met zo'n montage kon er een voldoende versterking bekomen worden. De tweede trap met AF115 is een oscillator-mengtrap die het hoogfrekwentsignaal omzet in middenfrekwent (gemakkelijker te versterken). De derde transistor wordt ofwel gebruikt als eerste middenfrekwent trap (FM) of als oscillator/mengtrap voor AM. Hier gebruikt men AF116 transistoren. De twee volgende transistoren doen de middenfrekwentversterking. De automatische volumeregeling is enkel aanwezig op de AM en stuurt de versterking van transistor T4 De audiofrekwentieversterking is klassiek voor die tijd en gebruikt twee transformatoren: één voor de fasedraaing en één voor de impedantieaanpassing van de luidspreker. De transistoren zijn OC75 en OC74.
Op AM gebruikt men enkel de drie AF126, de eerste als oscillerende mengtrap en de twee volgende voor de middenfrekwent versterking. Het audio-gedeelte is zeer traditioneel, met een AC126, een AC125 en twee AC128 in complementaire uitvoering. Als er een koptelefoon aangesloten wordt, worden de twee eindtrappen niet meer uitgestuurd. Er is een AFC correctie voor de FM band, waarbij de lokale oscillator wordt bijgestuurd. Neutrodyne blijft noodzakelijk. De transistoren worden beter en hebben een hogere versterking, waardoor men op verschillende plaatsen weerstanden kan gebruiken zodat de vervorming en de neiging tot oscilleren beter onder controle wordt gehouden. Daardoor stijgt ook de Q-factor van de afgestemde kringen. Eindelijk heeft men een transistorradio die goed klinkt!
In het middenfrekwent gedeelte worden de AF126 vervangen door twee BF194 en BF196. Hier ook wordt de eerste transistor gebruikt als zelfoscillerende mengtrap bij AM ontvangst. Het audio gedeelte gebruikt een BC109 (ruisarme versie van de BC108) en een BC108. De eindtrap is eindelijk complementair en er is dus geen transformator meer nodig: de transistoren zijn echter nog altijd germanium types die toen een hogere versterking hadden: AC187K en AC188K, de "K" geeft aan dat de transistor in een metalen blok gemonteerd is zodat die tegen een koelplaat bevestigd kan worden. Dit is één van de laatste draagbare radio's van SBR en men merkt dan men zo goedkoop probeert te werken: geen AFC, de AVR over slechts één transistor, geen temperatuurcompensatie (NTC) van de germanium eindtrappen. Aan een draagbare radio worden geen al te hoge eisen gesteld, maar dankzij de redelijk grote luidspreker en de complementaire eindtrappen is de geluidskwaliteit toch zeer goed. Een kenmerk van deze eindtrappen is dat de stuurstroom van de drivertrap (BC108) door de luidspreker stroomt. Door dit systeem wordt de uitgangsimpedantie van de transistor verhoogd, waardoor ook de spanningsversterking hoger wordt. SBR maakte toen al deel van de Philips groep en de naam zal in de jaren 1980 verdwijnen. Tegen dan worden de meeste radio's niet meer in Europa gemaakt, maar ergens in China.
De radio heeft een FM trap met een voorversterker in gemeenschappelijke basis (BF200) en een aparte oscillator (BF195) met AFC. Het middenfrekwent gedeelte bestaat uit drie transistoren met één tussenstap die vooral gebruikt wordt om een schakelspanning te leveren voor de stereo-decoder (eigenlijk is deze spanning ook beschikbaar op de condensator van de FM discriminator), de transistoren zijn hier BF194 en BF196. De stereodecoder (in het algemeen) wordt besproken op deze pagina en bestaat uit drie BC147, één BC148 een BC149 en een BC158. Het AM gedeelte heeft ook een aparte oscillator (BF195), een mengtrap (tweede FM middenfrekwent trap) en een middenfrekwent trap (BF196). De radio is enkel geschikt voor netspanning.
Hier ook loopt de stroom van de stuurtrap door de luidspreker, zodat er een hogere spanningsversterking mogelijk is. De gelijksstroom die constant door de luidspreker loopt is ongeveer 4mA. Latere ontwerpen zullen een bootstrap condensator gebruiken om hetzelfde effekt te bekomen zonder dat er een continue stroom door de luidspreker moet lopen. Een neveneffekt van deze schakelwijze is dat de eindtrap uitgeschakeld wordt als er geen belasting aangesloten is. Op de algemene informatiepagina radios zijn er verschillende links naar pagina's waar extra informatie gegeven wordt (reflexontvangers, stereo, SCA,...) |
Publicités - Reklame