Waarom men de frekwentie van de zender moet verlagen naar een vaste frekwentie staat uitgelegd op de pagina over de rechtuit ontvanger, de superhet en de dubbelsuper.
Er zijn verschillende manieren om het mengen van het antennesignaal met de locale oscillator mogelijk te maken. In ieder geval is een niet-lineaire element noodzakelijk: een buis, een transistor of een halfgeleiderdiode:
- Men kan beide signalen op een aparte rooster aanbrengen (bi-grille buizen), deze buizen die na de eerste wereldoorlog gebruikt werden hadden slechte eigenschappen. Ze worden hier niet verder besproken, dergelijke radio-ontvangers in werkende staat zijn tegenwoordig niet meer te vinden.
- Men kan een buis gebruiken waarbij een deel van de electrodes een oscillator vormen. Het antennesignaal wordt op de tweede stuurrooster aangeboden. Maargelang de hoeveelheid roosters heeft men het over een hexode, heptode of octode.
- Men kan speciale buizen gebruiken met een ingebouwde maar gescheiden oscillator (onafhankelijke triode). Hier wordt het antennesignaal aan het eerste rooster aangeboden. De mixer is doorgaans een heptode.
- Bij hogere frekwenties (FM band) gebruikt men een triode als oscillator en het signaal wordt op een tweede triode samen gevoegd met het antennesignaal. Door de kromme caracteristieken van de buizen ontstaan er mengprodukten. Bij deze hoge frekwenties presteert een buis met meerdere roosters niet zo goed (te lange looptijd van de electronen en meer ruis).
- Bij nog hogere frekwenties gebruikt men een oscillator en een diode als mengtrap. Bij dergelijke hoge frekwenties waren de eigenschappen van de beschikbare buizen zo slecht dat men enkel een kristaldiode kon gebruiken.
Het mengen van het antennesignaal met het signaal van een locale oscillator om de frekwentie te verlagen is nauwelijks verschillend van het mengen van een audiosignaal met een draaggolf (amplitudemodulatie): er worden verschillende componenten gebruikt omdat het vermogen verschillend is.
We bespreken nu enkele systemen die veel gebruikt werden.
- Systemen die in het interbellum gebruikt werden
- Amerikaanse ontvangers (en enkele europese ontvangers): pentagrid converter
- Europese ontvangers: octode
- Batterijgevoede toestellen: heptode
- Na de tweede wereldoorlog
- Europese ontvangers: triopde-heptode
- Korte golf ontvangers: gescheiden triode en heptode
- FM en VHF: dubbele triode
- Eerste UHF tuners: diode mengtrap
- Europese UHF tuners: gescheiden triodes
Er bestaat ook een speciale octode die als modulator gebruikt kan worden.
|