Voorbeeldschakeling van een getransistoriseerde AM zender (meetzender met een laag vermogen). |
-
Bij deze schakeling wordt zowel het audiosignaal als het radiosignaal aan de basis van de transistor aangesloten (meetpunt 1). Beide signalen worden opgeteld, er is hier nog geen modulatie aanwezig. De transistor is echter afgeknepen, maar wordt in kortstondig in geleiding gebracht door de positieve pieken van het radiosignaal (werking in classe-C). De transistor wordt sterker in geleiding gebracht als het audiosignaal positief is, en minder in geleiding als het signaal negatief is. Het groene gedeelte van het signaal is het gedeelte waarbij de transistor in geleiding gaat (voldoende emitter-basis spanning) We meten nu op punt 2 (zonder de afgestemde kring). We zien dat de spanning daalt als de transistor in geleiding komt bij iedere piek van het radiosignaal. De spanning daalt min of meer naargelang de amplitude van het audiosignaal. We hebben hier echt een vermenigvuldiging van de twee signalen. Het signaal bevat echter heel veel harmonischen die storingen op verschillende frekwenties zullen veroorzaken. Het vermogen op de basisfrekwentie is zeer beperkt: het vermogen wordt over een zeer breed gebied uitgesmeerd. Door een afgestemde kring te plaatsen worden de pulsen omgezet in een mooie sinus oscillatie. Als afgestemde kring kan je een ferrietantenne gebruiken samen met een afstembare condensator van 50-500pF. De schakeling is zeer eenvoudig, maar een correcte werking met een lage vervorming hangt af van de amplitude van de signalen. Zo'n schakeling kan maximaal een vermogen van een 10-tal mW leveren, voldoende om als meetzender te fungeren voor een radio die getest moet worden. De modulatiediepte is eerder beperkt, de vervorming stijgt vanaf een modulatiediepte van meer dan 50%. Is er meer vermogen nodig, dan moet de modulator gevolgd worden door een vermogenstrap. De vermogenstransistor kan je in classe-C laten werken (geen polarisatie zodat de transistor uit geleiding is als er geen RF signaal aanwezig is). Op een antal volgend epagina's wordt getoont hoe dit kan gebeuren. Bij een werking in classe-C heb je een kleine verhoging van de modulatiediepte: een modulatiediepte van 80% aan de modulator is voldoende om een modulatiediepte van 95% te bekomen aan de antenne (de exacte waarde hangt af van de schakeling). Daardoor heb je een lagere vervorming (de vervorming ontstaat vooral in de modulator bij een hogere modulatiediepte). Een versterker in classe C heeft ook een hoger rendement, maar de trap moet gevolgd worden door een afgestemde kring. Een versie met controlled carrier is mogelijk door de amplitude van het RF signaal te laten varieren met de amplitude van het audiosignaal. Grote commercieele zenders gebruiken een controlled carrier om minder vermogen te moeten uitstralen. Als de modulatie zeer zwak is, wordt het vermogen van de zender beperkt (een nadeel is een slechtere ruisafstand bij de luisteraar). De volgende schakeling is eveneens een modulator met één transistor, maar waarbij we de signalen op basis en emitter toevoegen (dit verandert niet veel aan de werking van het geheel). We gaan echter het vermogen opdrijven door meerdere transistoren te gebruiken. De benodigde oscillator die het radiofrekwent signaal levert staat op de indexpagina AM modulatoren. |
Publicités - Reklame