Museum in Waver
Computers en randapparatuur
Matos Museum

-

-

Op de vorige pagina werden de toestellen en dragers voor geluidopname besproken.

Het museum bevat een deel met betrekking tot computers, randapparatuur en kantoormachines. We beginnen met de IBM magneetkaart, met eenzelfde formaat als de ponskaart, maar in plastiek gemaakt en bedekt met een magnetische laag. Ieder kaart kon 4000 tekens opslaan (de inhoud van een pagina). De kaarten die een hogere capaciteit hadden dan de ponskaarten werden nooit in computers gebruikt wegens de trage toegang (nog trager dan de ponskaarten).

Er was een console nodig om de kaarten te lezen en te schrijven. De console werd op de grond geplaatst (ongeveer 75cm hoog). De gegevens werden overgedragern naar een speciale Selectric schrijfmachine. De kaarten werden gebruikt voor standaardbrieven, met stop-kodes om namen, adressen en dergelijke in te voegen. Dezelfde kaarten werden ook gebruikt in de drukke-rijwereld om uitgelijnde teksten te maken op speciale schrijfmachines met proportionele spatiëring.

De Selectric schijfmachine met carbonlint en Orator schrijfkop komt voor in een episode van de Columbo televisieserie, episode "Now you can see it". Columbo kan de tekst die het slachtoffer getypt heeft lezen door de carbonlint tegen het licht te houden. Een probleem, de tekst wordt niet op een lijn gedrukt, maar op 3 verschillende hoogtes zodat de lint minder snel opgebruikt wordt. Bij een spatie verschuift de lint niet.

We gaan over op een harde schijf, waarvan we de plateaus zien. Bepaalde schijven waren verwisselbaar en werden in een lezer geplaatst, even groot als een wasmachine.

Acheteraan zien we een programmatiebord van de eerste boekhoudmachines met ponskaarten. Het bord gaf aan welke operaties de machine moest doen. Om over te gaan van een fakturatieprogramma naar een loonberekening werd het bord vervangen en werd de machine met de juiste ponskaarten geladen.



Microdrives waren kleine harde schijven, ter grootte van een CF geheugenkaart (Compact Flash). Ze werden gebruikt in de duurdere digitale fototoestellen. De geheugenkaarten uit die tijd hadden een beperkte capaciteit (vaak beperkt tot 32MB). Een microdrive had een capaciteit 100× hoger, maar niet alle digitale fototoestellen konden deze kaarten gebruiken, die wat dikker waren dan de solid state kaarten. Het electrisch verbruik lag ook hoger.



Twee kerngeheugens: iedere kern kon één bit opslaan, de geheugenkaart links had een capaciteit van 84 bits. Het voordeel van kerngeheugen is dat de data op een kleinere oppervlakte opgeslagen kon worden. Werkgeheugen had twee aktieve onderdelen nodig om een bit op te slaan (in die tijd twee triodes). Het voordeel van kerngeheugen loopt op met de capaciteit, want de electronica die nodig is om 10.000 bits te verwerken is maar beperkt groter dan wat nodig is om 1000 bits te verwerken.

Hier lees je hoe kerngeheugen werkt.

Op de achtergrond een Tandy catalogus, een leverancier van componenten, hifi apparatuur en microcomputers. Om tegenwoordig onderdelen te kopen moet je online bestellen bij RS, Farnell,... want componentenboeren bestaan niet meer. Waar is de tijd van Electro 8000, Gobin,...



Kerngeheugen werd tot in de jaren 1970 gebruikt, zelfs in de computers van de Apollovluchten wegens hun zeer hoge betrouwbaarheid. De kernen behouden hun magnetisatie bij een stroomonderbreking, wat noodzakelijk was bij deze toepassing.



Game Boy was een goedkope draagbare spelconsole, gelanceerd in 1990 en gebaseerd op een aangepaste versie van 8080 processor (de 8080 dateert van de beginjaren 1980).

Een van de accessoires van de Game Boy was een camera die foto's met een ongelofelijke resolutie van 128 * 112 pixels met 4 grijstonen kon nemen. Een ander accessoire was een kleine printer die de scherminhoud van bepaalde spelletjes kon printen, of de foto die je juist genomen hebt.

Printbollen van de IBM Selectric schrijfmachines. De koppen hebben 88 tekens met een pitch van 10 of 12 (tekens per inch). De Selectric met geheugen kon 14 tekens per seconde printen.



De machine met tape loop (ingebouwde bandgeheugen) had een geheugen van 50 sporen van 4000 tekens. Men selecteert een spoor en leest die in het werkgeheugen, wat ongeveer 15 seconden duurt. Er bestaat ook een versie met 100 tracks, die heeft een extra schakelaar "A" "B" in het midden van de draaiknop. Door een vijsje te verwijderen aan de zijkant van de draaiknop kon men ook spoor 0 lezen, op die track zaten er speciale teksten om de mechaniek te testen (maximale kopbeweging, space-backspace, hoofdletters-kleine letters,...).



De console om de magneetkaarten te lezen is even groot als een bureaukast maar de werking is grotendeels identiek als die van een machine met tape loop. De kaarten die geschreven werden op een Selectric schrijfmachine konden op een Composer gelezen worden, zodat de teksten ingevoerd konden worden op een goedkopere machine en de Composer vrij bleef voor de opmaak van de tekst.

De magneetkaart werd doorgaans in één keer ingelezen, maar bepaalde Selectric schrijfmachines hadden geen geheugen. De console kon ook teken per teken lezen of schrijven als die aan een dergelijke machine gekoppeld was.

De Magnetic Card Composer werd in drukkerijen gebruikt, waar ze een perfect gejustifieerde tekst konden produceren. De tekst werd gefotografeerd om de offsetplaten te maken. Dit was een relatief goedkoop systeem om professionele teksten af te leveren.



Wagen van een Selectric met correctielint. Er waren verschillende linten beschikbaar. De carbonlint gaf de beste afdruk, maar de koolstofpoeder werd volledig op het papier gedrukt en de lint had op die plaats dus geen koolstof meer. De lint beweegt dus redelijk snel omdat er voor ieder teken een nieuw stuk carbonlint nodig is. De tekens kunnen gewist worden door een speciale correctielint die het koolstof op die plaats van het papier trekt. De correctie is zo nagenoeg onzichtbaar. De "lift off" correctietape is geel, maar als je geen tape meer hebt, werkt Scotch plakband ook goed.

De T-III stoffen lint beweegt trager want er kunnen meer tekens gedrukt worden per lintoppervlakte. Het wissen gebeurt hier met een andere correctielint (blauw voor de T-III) die een witte laag over de te wissen teken plaatst.

De IBM Selectric MT/ST (Magnetic Tape Selectric Tapewriter) staat nog niet in het museum, ik zal die brengen als ik naar Waver moet.

Er is een museum over computertoepassingen in Namen: Numerical Artefacts Museum (NAM).

Publicités - Reklame

-