Huis van de drukkerij
Linotype en intertype
Thuin

De linotype werd in 1884 uitgevonden. Daarmee kan men snel teksten samenstellen zoals men een tekst zou typen. De koperen letters (matrijzen) worden geselecteerd uit een magazijn en komen terecht in een gietvorm. De letters kunnen een variabele lengte hebben en de tekst kan automatisch gejustifieerd worden

Enkele letterregels die door de linotype gegoten werden.

Bij een artikel hebben alle regels dezelfde breedte, maar de machine kan ingesteld worden om andere regelbreedtes te gebruiken.

Als de regel volledig is, dan wordt het bevel gegeven om de letters in lood te gieten. Vanaf hier gebeurt alles automatisch en de operateur kan reeds de volgende regel ingeven terwijl de vorige gegoten wordt. Om de regels te gieten gebruikt men lood met een laag smeltpunt (met antimoon en tin). Na een paar seconden is de regel klaar.

In een regel is het niet mogelijk over te gaan naar een andere lettertype, maar men kan wel overschakelen naar de schuine of de vette versie van de letter (naargelang wat er voorzien is). Bij een gewone schrijfmachine zorgt de shift voor de overgang van kleine letters naar hoofdletters, hier zorgt de funktie voor de overgang naar een andere stijl.

De linotype en de intertype (een concurrerende machine die nagenoeg identiek was) betekende een ware revolutie voor de dagpers. Het is nu mogelijk een volledige krant 's nachts samen te stellen en te drukken. Tot dan kon men enkel dagbladen maken met een paar bladzijden.


Het toetsenbord van de linotype

De positie van de letters wordt bepaald door de sleutel die gebruikt wordt voor ieder letter. De positie voor de meest voorkomende letters ligt vast, en de speciale tekens worden ergens tussendoor geplaatst. Men heeft dus een toetsenbord met de standaard-letters die vast liggen in alle talen (er is dus geen azerty of qwerty toetsenbord). Letters met een accent vormen een apart karakter, want men kan geen accent toevoegen aan een letter zoals bij een schrijfmachine wel het geval is. Het toetsenbord heeft zowel hoofd- als kleine letters.

Een regel verbeteren is ook niet mogelijk: de regel moet vervolledigd worden met letters om dan gegoten worden. De drukvorm moet dan verwijderd worden van het zetsel en terug in het loodbad gebracht worden.


Een linotype letter (matrijs)

Het teken dat gedrukt moet worden is in negatief reliëf (blauwe pijl), aangezien het karakter gebruikt wordt om de drukletters zelf te gieten.

De sleutel van de matrijs (rode en groene pijl) geeft aan waar het karakter in het magazijn terecht komt. De sleutel heeft een symmetrische vertanding met 7 posities (ik heb er slechts 6 aangegeven). De 7 posities laten in theorie 127 letters toe, maar er worden er maar 90 gebruikt in de praktijk. De weinig gebruikte letters die geen eigen vakje hebben komen allemaal door elkaar terecht in een apart bakje. Als er zo'n karacter nodig was, dan moest die manueel opgevist worden uit het bakje.

Nadat de tekstregel gegoten is worden de vrijgekomen koperen matrijzen terug naar het magazijn gevoerd. Een archimedesschroef schuift de letters van links naar rechts totdat de sleutel overeenkomt. De letter valt dan in het juiste vakje van het magazijn.

Om over te gaan naar een ander lettertype werd het volledig lettermagazijn verwisseld. De meeste linotypes hadden een 4-tal magazijnen in de machine, maar het aantal "offline" magazijnen was onbeperkt. Een kenmerk van de linotype en intertype is dat men enkel van lettertype kan wisselen tussen twee regels, anders komen de letters van de vorige regel in het nieuw magazijn terecht.

Publicités - Reklame

-