Computergeschiedenis
Numerical Artefacts Museum
NAM IV

12: Commodore PET
13: Tandy TRS-80
14: IBM Personal Computer
15: IBM5100 als basis voor de IBM PC
16: draagbaar computer
Wat voorafging

Analoge computers

Eigenlijk hebben we een volledig hoofdstuk overgeslagen, namelijk de analoge computers. In zo'n computer wordt een systeem dat men wenst te bestuderen (bijvoorbeeld de getijden) nagebootst. Het traject van een projectiel werd onderzocht door een machine die gebouwd werd om het probleem na te bootsen.

De eerste analoge computers gebruikten vloeistoffen, kleppen, zuigers, vernauwingen, enz (dit was in 1880, dus voor de komst van de elektronenbuizen). Om een ander probleem te onderzoeken werden de koppelingen anders aangelegd. Er waren mechanische machines (friktie, traagheid,...), hydraulische machines (kleppen, pompen, zuigers,...), electrische machines (resolvers, electromagneten, magnetische versterkers,...) en uiteindelijk electronische machines (op amps, weerstanden, condensatoren en inductoren).

Tijdens de tweede wereldoorlog waren er nauwelijks computers in gebruik. Ze waren lomp, traag en bijzonder fragiel. De input was onder de vorm van ponskaarten of schakelaars: zo'n computer kon dus onmogelijk in real time werken. Deze computers konden dus onmogelijk niet ingezet worden op het slagveld. Een volgradar kon bijvoorbeeld de richting van een vijandig vliegtuig aangeven (dit was op het einde van de tweede wereldoorlog), maar er moest ook rekening gehouden worden met de afstand, de snelheid van het doelwit en de windrichting en snelheid, anders zou het projectiel nooit in de buurt van het vliegtuig kunnen komen.

De oplossing werd gegeven door de analoge computer die toen niet uit buizen en relais bestonden (die waren niet betrouwbaar genoeg) maar uit resolvers en magnetische versterkers (ook de geleiding van de V2 raketten werd door een analoge computer uitgevoerd). Deze componenten konden optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, sinussen en cosinussen berekenen, integreren, enz. Dit gebeurde allemaal real time. Het waren eigenlijk rekenmachines meer dan computers, maar het "programma" kon gewijzigd worden door de schakelingen te wijzigen (gebruik van andere munitie, andere kanonnen, enz).

Analoge computers werden nog na de oorlog gebruikt omdat ze real time konden werken. Er was geen omzetting van analoog naar digitaal en omgeeerd nodig. Ze werden ook gebruikt in de eerste mijnenvegers om het magnetisch veld te berekenen dat opgewekt moest worden om de mijnenvegers voldoende onzichtbaar te maken voor magnetische mijnen. Zo'n computer heeft verschillende inputs: het huidig magnetisch veld, de compaskoers, de slingering van het schip, enz. en een aantal analoge uitgangen, namelijk de stroom die door de verschillende compensatiespoelen gestuurd moest worden. Les calculateurs analogiques ont encore été utilisés après la guerre car ils étaient très bons pour cette tâche. Ils n'avaient pas besoin de conversion analogique-dig

Het museum in Namen heeft op het eerste zicht geen analoge computers.

De PC (personal computer)

En dan hebben we de personal computer of micro-computer, dankzij de microprocessorchip, waarbij een volledige rekeneenheid (de processor) op één chip kon gerealiseerd worden, waardoor de computers kleiner konden worden. De eerste micro-computer was de PET van Commodore, gevolgd door andere merken maanden en jaren later. Het waren vooral fabrikanten van rekenmachines die een gat in de markt zagen, want het verkoop van rekenmachines bracht niet genoeg op.

12: Pet Commodore
13: Tandy Radio Shack TRS-80
14: IMB PC
15: IBM 5100
16: 5Min of meer) draagbaar computer

DE PET had een cassetterecorder om programma's op te nemen. Om de kost te drukken werden immers de data-opslag systemen van mini-computers (floppies) niet gebruikt. Het toetsenbord was bijzonder klein en maakte data-input nagenoeg onmogelijk. Het toestel leek meer op speelgoed dan op een echte computer.

Tandy is een aparte vogel in de computermarkt. Tandy maakte deel uit de Radio Shack keten, die verstigingen had in nagenoeg alle steden van Amerika en Europa. Radio Shack verkocht electronische componenten, accessoires voorde radio-amateur, antennes, enz. De gemiddelde waarde van een produkt was 50USD.

Maar het verkoop van electronische componenten brengt minder en minder op en de onderneming moet een killer produkt vinden om te overleven. Maar zouden ze een computer kunnen verkopen, een toestel dat 500USD kost in een winkel die electronische prullen verkoopt? Maar de verkoop loopt heel vlotjes en de onderneming zit binnen de kortste keren zonder stock. De klanten moeten een voorschot betalen en krijgen hun computer, de TRS-80 (Tandy Radio Shack) pas na enkele maanden. Dankzij de talrijke verkoopspunten ligt de omzet hoger dan bij merken zoals Apple en Commodore die onvoldoend everkoopspunten hebben.

Radio Shack ondergaat een restyling om de dure computers te verkopen. De naam Tandy wordt vooruitgeschoven en de winkels heten nu Tandy in plaats van Radio Shack.

IBM kon niet lijdzaam blijven toekijken en moest ingrijpen. IBM zet een micro-computer op de markt die gebaseerd is op de IBM5100. De 5100 was een klein bedrijfscomputer die vooral door wetenschappers werd gebruikt maar niet gekend was door het grote publiek.

De look is echt "business", maar de klanten stromen toe vanwege het positieve imago van het bedrijf, dat vooral gekend is in bedrijven. Ten opzichte van de IBM5100 is het een stap terug. De IBM PC wordt een de facto standaard en er zullen veel clones zijn. De aanwezigheid van clones was niet zo'n slechte zaak voor IMB omdat er daardoor veel software beschikbaar was, software die ook gebruikt kon worden op de IBM PC.

Dat IBM nog altijd belangrijk is in mainframes is de lancering van de IBM XT/370 die dankzij drie emulatiekaarten software voor de IBM/370 kon draaien.

De computers worden meer en meer draagbaar (de IBM 5100 was eigenlijk al "draagbaar"). Er wordt geen beeldbuis gebruikt (te zwaar en te groot), maar de LCD panelen voldoen nog niet. Er wordt gewerkt met plasmaschermen waarbij iedere pixel uit een kleine neonlampje bestaat. Het scherm licht rood op.

En dan hebben we de PDA (Personal Digital Assistant) met een monochroom scherm en zeer beperkte mogelijkheden, maar die de weg zullen vereffenen voor de smartphones, die meer intelligentie bezitten dan de gebruikers.

Publicités - Reklame

-