Een toestel dat een speciale aandacht krijgt is de linotype. Het was geen printer zoals de teletype, maar een letterzetter. Het toestel maakte automatisch loden reepjes met de te drukken tekst. De reepjes werden dan samengevoed tot colonnen om tot een volledig blad te komen die dan geprint werd. De linotype was enkel te vinden in grote drukkerijen die snel gedrukte tekst moesten kunnen leveren (tijdschriften). |
-
![]() Volgende pagina: kodes met meer bits, modems, telex Een systeem dat het vermelden waard is, is het systeem van de linotype. Dit is geen normale printer, maar een letterzetter die loden reepjes giet met daarop de letters die gedrukt moeten worden. De linotype staat in de drukkerij zodat de gemaakte tekst direct geprint kon worden (de linotype werd hoofdzakelijk gebruikt voor dagbladen). De linotype in de drukkerij kon lokaal bediend worden voor het opstellen van tekstregels, maar sommige toestellen konden teksten ontvangen via ponsband. De teksten werden vooral opgesteld in de redactie, die vaak op een andere plaats gelegen was. In de redactie was er een speciale schrijfmachine die de tekst kon opmaken in een formaat die door de linotype verwerkt kon worden. De tekst werd geponsd op tape om dan op hoge snelheid door te sturen naar de drukkerij. Daar werd de tekst opnieuw geponsd om door de linotype verwerkt te worden. Men gebruikte vaak ponsband als tussenmedium omdat die aan een constante hoge snelheid kon werken (sneller dan dat de linotype de teksten kon gieten). De telefoonlijn kon daardoor sneller vrijkomen.
Met 6 bits heb je 64 mogelijke kodes, maar dat is nog niet voldoende (het toetsenbord heeft 90 toetsen). Hier gebruikt men de shift zoals in een normale schrijfmachine (dus met de overgang van hoofdletters naar kleine letters en speciale symbolen naar cijfers). De shift en unshift zijn speciale funkties die geen afdruk genereert, zoals upper rail en lower rail (overgang naar tweede lettertype).
Rechts heb je de linotype-kode, die ook TTS (teletypesetter) genoemd wordt. Dit is de enige 6 bits kode die gestandardiseerd was en door alle letterzetmachines gebruikt kon worden. Er bestaan andere 6-bits kodes, die door andere fabrikanten ontworpen zijn geweest en niet compatibel waren. Hoewel dezelfde ponspachines en modems gebruikt konden worden was de afdruk meestal niet leesbaar omdat de positie van bepaalde letters verschillend was. ![]() Dit is een ponsband die gebruikt werd om de teksten voor de linotype klaar te maken voor verzending naar de drukkerij.
Een werkplaats met twee linotypes, de machines staan in de drukkerij zodat de gegoten regels direct gebruikt kunnen worden. De teksten die afkomstig zijn van de redactie worden doorgestuurd met de telex. Later zal men ook letterzetmachines aantreffen in de redactie zelf (maar zonder het gieten van de letters). Dit heeft een tijdswinst tot gevolg, want de tekst moet slechts éénmaal ingevoerd worden. De aparte zetmachines werden enkel gebruikt in de grote kranten, want er is een speciale operator nodig. De machine die hier getoond wordt heeft al een ponsbandlezer. De tekst wordt opgesteld in de redactie, op ponsband gezet, doorgestuurd via de telefoonlijn, ontvangen in de drukkerij waar er opnieuw ponsband gebruikt wordt. De ponsband wordt dan door de linotype gelezen. Door de asynchrone werking kan de telefoonlijn en de machines aan de hoogst mogelijke snelheid werken, maar er zijn twee twee ponsbanden als tussenopslag nodig. De linotype interesseert mij bijzonder omdat ik als jobstudent in een drukkerij gewerkt heb. De linotype was een ongelofelijke machine (ik mocht zelfs niet in de buurt van de machine komen). Mijn vader werkte bij IBM op de OP-afdeling (Office Products) en in het bijzonder op de electronic selectric composer, een schrijfmachine met proportioneel schrift voor de foto-letterzetter. |
Publicités - Reklame