IBM start de productie van eigen transistoren. |
-
IBM heeft transistoren nodig voor zijn computersHet was vanzelfsprekend dat IBM zich zou bezig houden met de fabricage van transistoren vanaf dat ze op de markt gebracht zouden worden (zie ontstaan van de transistor). De computers en kantoormachines van toen gebruikten duizenden buizen, en het zou interessant zijn deze te vervangen door transistoren die een lager verbruik hadden. Een radiobuis had een gloeivermogen nodig van 2W, en er zaten vaak duizenden buizen in een kleine computer.Maar IBM wou ook de controle houden over de kwaliteit en de specificaties van de transistoren, want in een computer met duizenden transistoren moet de betrouwbaarheid zeer hoog zijn. IBM had de middelen om eigen fabrieken te bouwen. Nadien werden de fabrieken verkocht aan ondernemingen die gespecialiseerd waren in de fabricage van componenten (bijvoorbeeld Texas Instruments, je ziet het logo op bepaalde transistoren met IBM specificaties). Deze fabrieken bleven transistoren bouwen volgens de specificaties van IBM.
Foto 2
De complementaire transistor (PNP) was de IBM 033 Fotos rechts
IBM gebruikte gestandardiseerde modules in kaartvorm met basifunkties. Oorspronkelijk was het voorzien dat er zo'n 250 verschillende modules zouden nodig zijn, maar omdat alle mogelijke funkties met dergelijke modules werden gebouwd steeg het aantal modules tot meer dan het tienvoud van wat voorzien was. Ook thermische veiligheden, stroombeperkingen, belastingsweerstanden, voedingsmodules,enz. werden met dergelijke SMS modules gebouwd (Standardised Module System). Als het systeem in voege treed worden de transistoren (en verschillende andere componenten) door verschillende fabrikanten gemaakt, waardoor de onderdelen op de kaart echt niet bij elkaar horen, met weerstanden die blijkbaar afkomstig zijn van 6 verschillende fabrikanten. Zoiets treft men niet aan in Europese toestellen. Deze voorversterkertrap die in verschillende computers gebruikt wordt bestaat uit twee complementaire transistoren. Let op de toen gangbare vreemde aanduiding van de transistoren, die de vorm van de transistor nabootste (lagentransistor). Deze specifieke voorversterker werd gebruikt om het koppensignaal van een magneetband geheugen te versterken. De basis van de eerste transistor zit op massapotentiaal via de kop die een lage ohmse waarde heeft. Op de uitgang heeft men een puls van ongeveer 1V die naar een schmitt trigger gestuurd wordt. De trap heeft een verterking van ongeveer 750× en de versterking is instelbaar. De stroom is ingesteld op 1mA per transistor, bij deze waarde presteert de transistor het best (hoogste hfe en grensfrekwentie). Het verbruik bedraagt ongeveer 50mW, wat heelwat minder is dan een versterkertrap die met buizen uitgerust is. Bij een radiobuis is er al een vermogen nodig van meer dan 1W voor de gloeidraad. De transistoren hadden een laag frekwentiebereik. Door de transistoren buiten het saturatiegebied te houden, een relatief hoge stroom te gebruiken en door lokale tegenkoppeling te gebruiken (per transistor) kon men de transistoren voldoende snel maken. |
Publicités - Reklame