-
Radiobuizen
De radiobuizen of electronenbuizen hebben een gestandardiseerde en logische onderverdeling. Als voorbeeld nemen we de
U A B C 8 0
Deze onderverdeling die zeer logisch was (vergeljk die maar eens met de onderverdeling van de amerikaanse buizen!) werd overgenomen bij de transistoren. Dit is de Pro-Electron onderverdeling die nu nog van toepassing is. De originele onderverdeling was dus zeer soepel! Een radio op batterijen had doorgaans 3 batterijen, A, B en C genoemd:
De nomenclatuur van de amerikaanse buizen is eenvoudig en kan volledig uitgelegd worden op een halve pagina. |
Het is enkel bij de europese nomenclatuur dat er aangegeven wordt welke buisvoet gebruikt wordt. Buizen die ontworpen werden voor deze naamgeving hebben vaak wel een funktie- en gloeispanning aanduiding, maar geen buisvoet-indicatie, zoals bijvoorbeeld de buizen met transcontinental (P8A) buisvoet. Voorbeelden zijn DL1, DL2 (vermogenspentodes met transcontinental buisvoet).
Het loctal-buisvoet is octal met een metalen basis en vergrendeling. Dit buisvoet werd gebruikt in mobiele apparaten (zoals autoradio's) en heeft geen vaste cijfer (vaak is het 2). Het afstemoog EM71 gebruikt een weinig voorkomende buisvoet. Dit is een zeldzame buis die nog perfekt werkt (zie foto). Onderverdeling van de buis: Per functionele type (triode, pentode, enz) bestaan er verschillende soorten buizen met aparte eigenschappen. De laatste cijfers worden gebruikt om de buizen uit elkaar te houden. De EL84 is een vermogenspentode voor audio-toepassingen, terwijl de EL83 een vermogenspentode voor televisietoepassingen is (video-eindtrap). De EL84 bestaat ook in versie UL84 (gebruikt in radiotoestellen zonder gloeistroomtransfo) en versie PL84 (audio eindtrap van televisies). Een buis "UL83" bestaan niet omdat een radio geen video eindtrap heeft. De laagvermogen pentodes met oneven eindcijfer hebben een variabele versterking (automatische volumeregeling AVR en begrenzer) terwijl de pentodes met even eindcijfer een vaste (hoge) versterking hebben. Voorbeelden:
Deze regel is niet algemeen, en er zijn buizen die een nummering met drie cijfers gebruiken: PL500, PL504, PL508, PL509 en PL519 (twee lijneindtrap tetrodes voor Z/W televisies, een rastereindtrap tetrode voor kleurentelevisies en twee lijneindtrappen voor KTV). De bouw van een buizenversterker wordt hier besproken. Eerst wat informatie over de verschillende buizen, dan een paar standaardschakelingen, en uiteindelijk achtergrondinformatie over bijvoorbeeld de vervorming, de tegenkoppeling, de stabiliteit, enz. |
Publicités - Reklame