De telefoon is een mooie uitvinding, maar het is niet altijd even praktisch. Soms is de correspondent niet aanwezig, soms moet het bericht doorgegeven worden aan meerdere personen, soms is er een schriftelijke copie nodig, enz. De ontwikkeling van de telegrafie is dan ook simultaan gebeurd met de ontwikkeling van de telefonie en lange tijd bestond er naast het telefonie netwerk ook een telegrafie netwerk (telex). |
-
MorseDe morse kode heeft verschillende veranderingen ondergaan. Oorspronkelijk was de morse kode gebaseerd op een woordenboek systeem: voor ieder woord uit het woordenboek bestond er een kode van puntjes en streepjes. Dit was bijzonder moeilijk om te gebruiken en samen met Alfred Vail heeft Samuel Morse een systeem gecreëerd waarbij ieder letter voorgesteld werd door een combinatie van puntjes en streepjes. In die kode bestonden er streepjes van verschillende duur, wat niet ideaal was. Deze kode is verder nog aangepast geweest en tegenwoordig gebruiken we de internationale morse kode. Een streepje duurt drie puntjes, een pauze duurt 1 puntje, een pauze tussen een letter drie puntjes en een pauze tussen twee woorden zeven puntjes.De installatie was eenvoudig en er was maar één draad nodig tussen zender en ontvanger (de aarde diende als retourleiding). Men had een batterij en een morse sleutel aan zenderszijde en een spoel die een pen bediende aan ontvangerszijde. De pen scheef de kodes op een papieren band. Vaak was een papieren strook niet nodig, een ervaren telegrafist kon de kodes ontcijferen aan het geluid van de electromagneet. On de verliezen in de geleiders en vooral de aarde te compenseren werd er gewerkt met een hoge spanning van meer dan 100V (voor systemen met één enkele geleider). Later konden de berichten ook via de radio verstuurd worden. Morse berichten werden over het oceaan verstuurd nog voor er spraakberichten over de oceaan mogelijk waren. Het probleem van de morse code is dat er twee personen permanent aanwezig moeten zijn. Aan ontvangerszijde kon het bericht natuurlijk op een papieren band geschreven worden, maar er was nog altijd een telegrafist nodig om de kode te ontcijferen. Men was teveel afhankelijk van de telegrafisten. Men moest een systeem vinden die leesbare tekst kon overbrengen.
BaudotHier ook zijn er verschillende mensen aktief geweest, en zoals bij Morse heeft men de originele Baudot kode vervangen door een betere kode. We zijn meer dan 100 jaar terug in de tijd en alle systemen zijn volledig mechanisch. Een mechanisch systeem dat morse kode zou omzetten in klare tekst bleek praktisch niet realiseerbaar te zijn.
Rechts zie je een typische communicatie over 5 bits. De startbit is altijd een nul en de volgende 5 bits kunnen ofwel een nul of een één zijn. Als voorbeeld hebben we de "Y" getoond (10101). Rechts zie je de kodetabel, met 5 bits kan je niet alle tekens weergeven. Met 32 mogelijke kodes kan je misschien alle letters voorstellen (enkel hoofdletters), maar geen cijfers of speciale tekens. Het feit dat er enkel hoofdletters mogelijk waren zie je nu nog in oude telegrams (als je en telegram ziet met kleine letters, dan is dat geen echte telegram). We zitten dus met het probleem van de 32 tekens. Toch is daarvoor een oplossing, en die kan je eigenlijk terugvinden op het toetsenbord van je computer. Bij een schrijfmachine heb je eigenlijk te weinig tekens op je toetsenbord en ook het aantal hamertjes in de korf is beperkt. De oplossing is de "shift" toets die de volledige korf van de schrijfmachine naar boven verschuijft, waardoor een tweede reeks tekens geprint wordt (vandaar ook de naam shift). In die tijd werd de shift niet gebruikt om over te gaan van hoofdlettters naar kleine letters, maar van letters naar speciale tekens. Men was toen al heel gelukkig dat men alle letters, cijfers en enkele extra tekens kon printen. De shift bij de baudot kode (ITA-2) blokkeert in zijn positie (zoals de CAPS LOCK op je toetsenbord) en blijft dus geldig totdat die ongedaan wordt gemaakt. Bij het begin van de communicatie moet er dus specifiek aangegeven worden of we met letters of speciale tekens werken, want de stand van de ontvangende printer is niet gekend.
De werking van de automatische printer (teletype) staat hier uitgelegd. Dit is een toestel dat in 1930 ontworpen werd en tot in de jaren 1970 gebruikt werd. Het toestel was nagenoeg onverwoestbaar, wat niet gezegd worden van zijn 8-bits opvolger, die enkel voor "light duty" ontworpen was. Met dit systeem kon er berichten uitgestuurd worden van één zender naar één of meerdere ontvangers. Alle ontvangers waren in serie geschakeld: als er stroom door de kring liep werden alle electromagneten simultaan aangetrokken. De verschillende toestellen gebruikten een zogenaamde "leased line" een permanente verbinding tussen twee plaatsen. Maar het schakelen van de electromagneten veroorzaakten electrische pulsen die andere lijnen konden verstoren (ondertussen was de telefonie al goed ingeburgerd). Er moest een systeem gevonden worden om compatibel te zijn met het normaal telefoonverkeer. We hebben ook nog het probleem dat 32 tekens (maal twee) te weinig is om alle tekens op een toetsenbord weer te geven (hoewel er computers waren die met woorden van 5 bits werkten). Dit allemaal wordt besproken op deel II van de telegrafie. |
Publicités - Reklame